Misschien heeft u deze subtiele truc al eens voorbij zien komen op social media of in de keuken van een ervaren hobbykok. Tussen al die glinsterende zoutkristallen in het vaatje liggen ineens witte rijstkorrels. Op het eerste gezicht best vreemd, het lijkt op een foutje – maar er schuilt juist een slimme reden achter.
Zout staat erom bekend dat het snel klontert en vocht aantrekt, zelfs als u de pot of zoutvaatje goed afsluit. Alleen al het dekseltje openen tijdens het koken kan genoeg zijn. We kennen allemaal de frustratie van klonterig zout dat amper meer uit het vaatje komt. Nu hoeft dat echt geen issue meer te zijn — ik laat je een simpel trucje zien waarmee je dit voor altijd voorkomt.
Een natuurlijke vochtvanger binnen handbereik
Zout is hygroscopisch: het trekt vanzelf vocht aan uit de lucht. Juist in een open zoutvaatje of een vochtige keuken vormt zich hierdoor na verloop van tijd harde klonten. Vaak merk je dat pas op het moment dat je wilt gaan strooien… En dan? Je staat te schudden en te tikken, maar het helpt nauwelijks.
Nu komt gewone droge rijst als redder in nood. Rijstkorrels nemen namelijk veel sneller vocht op dan zout. Een paar korrels in het zoutvaatje vangen het overtollige vocht uit de lucht en houden het zout droog, los en makkelijk strooibaar. Je hoeft niks met chemie te rommelen — het werkt puur natuur. Daarbij is het volkomen veilig: valt er per ongeluk een rijstkorrel in je eten, gewoon eruit vissen en verder koken.

Rijst in het zoutvaatje werkt als een mini-vochtvanger — zo blijft uw zout korrelig en vers.
Hoeveel rijst, en welke soort is het beste?
Voor een standaard (klein) zoutvaatje van ongeveer 100 gram zout heb je genoeg aan 5 tot 10 droge rijstkorrels. Gebruik bij voorkeur normale witte langkorrelrijst — bijvoorbeeld rijst van Lassie of Saitaku jasmijn of basmati, die vind je makkelijk bij de Albert Heijn of JUMBO. Deze soorten blijven intact en zijn minder vet; bruine rijst (zilvervlies) laat je beter staan, want die bevat meer olie/vliesdelen en schimmelt sneller. Bovendien vangen gepelde rijstkorrels vocht beter op dan volkorenrijst.
Vervangen hoeft vrijwel nooit. Gewoon je zout opmaken, nieuw zout erin, en weer een paar frisse korrels toevoegen. Gaat je zout toch weer klonteren? Dan kun je de rijstkorrels gemakkelijk vervangen: schud het zout door een zeef, rijst blijft achter.
Let op – doe nooit rijst in zoutmolens! De korrels kunnen het mechanisme blokkeren of beschadigen. Dit trucje werkt uitsluitend voor klassieke strooivaasjes en niet voor grof-zout molens. Ook geen rijst toevoegen aan je kruidenmolen of huisgemaakte mixen — harde rijststukjes kunnen je gerecht flink verpesten, of zelfs je molen kapotmaken.

Gepelde rijst helpt ook als natuurlijke vochtvanger in een pot suiker of bloem.
Deze hack zie je zelfs bij profs in de keuken
Hoewel het klinkt als een klassiek oma-advies, gebruiken meer mensen het dan je denkt. Zelfs veldkoks van Defensie grijpen hiernaar – in natte tenten kan het al te snel misgaan met klonterend zout. Ook koks in professionele keukens (of bij De Librije, neem ik aan?) zweren erbij. En ga je kamperen in de Belgische Ardennen of Drentse bossen, dan neem je dit truukje sowieso mee: stop een paar korrels rijst in je zoutzakje, maar ook in je suiker- of koffiebus, zodat alles vers en droog blijft.
Ervaren thuiskoks hebben trouwens nog meer slimme methoden op zak. Is je bruine basterdsuiker keihard geworden? Leg er een plakje appel op en sluit het blik goed af — na een nacht is de suiker weer zacht. Of bewaar je brood samen met een schijfje appel: zo blijft het langer mals. En wil je je voorraad vrijhouden van ongewenste kruipers? Zet een kom lavendel of een linnen zakje met lavendelbloemen in je keukenkast — dat houdt motten vriendelijk buiten de deur.
Kleine dingen maken soms het grote verschil — rijst in je zoutvaatje is zo’n detail dat je keuken blijvend net iets slimmer maakt.