Dikke trossen sappige tomaten kweken. Klinkt goed, toch? Voor menig moestuinier in Nederland is dat dé droom, of je nu op een volkstuin zit in Haarlem of gewoon een paar planten op je balkon hebt staan in Rotterdam. Maar goede oogst vraagt niet alleen liefde, maar ook slim voeden – én nee, ik heb het niet over dat standaard chemische spul van het tuincentrum. Je kunt namelijk krachtige, natuurlijke mest gewoon zelf thuis maken met alledaagse ingrediënten. Je portemonnee en je plantjes zullen je dankbaar zijn.

Met deze drie natuurlijke meststoffen gaan je tomatenplanten als een speer, wortelen ze dieper én krijg je meer (en lekkerder) tomaatjes. En geloof me: de smaakverschil proef je zelfs op een simpele boterham.
Maak snel zelf gist-mest: makkie met verse of droge gist
Gist is een bom aan B-vitamines. Je kunt zowel verse als droge gist gebruiken — het resultaat is even goed. Deze meststof werkt het best nét na het uitplanten van je tomaten, zodat ze meteen sterk kunnen wortelen en sneller groeien. Planten met sterke wortels? Die staan gewoon robuuster, leveren meer en zien er gezonder uit.
Let wel op: maak de gist-mest niet te sterk. Te geconcentreerd kan de plant zelfs schade geven. Voor verse gist meng je 100 gram gist met 1 liter lauwwarm water (niet te koud, niet te heet — dus: gewoon zoals water uit de kraan als je je handen wast). Laat dit mengsel 24 uur gisten. Vervolgens verdun je alles met vier liter water voor gebruik.
Bij droge gist is het nóg makkelijker. Eén zakje droge gist gaat tot wel 40 liter mest. Doe het zakje bij 10 liter water, schep er een eetlepel suiker bij en laat het een dagje staan. Daarna verdun je met 30 liter water.

Je gistmest is meteen na het uitplanten te gebruiken — ideaal!
Epsomzout: voor tomaten met méér smaak
Epsomzout — bij ons ook wel bitterzout genoemd — bestaat uit magnesiumsulfaat. In de apotheek kom je het vaak tegen als een relaxmiddel voor je spieren, maar het werkt wonderen voor tomaten. Magnesiumsulfaat is neutraal qua pH en breekt netjes af in water, magnesium en zwavel: stoffen waar je planten echt wat aan hebben.
Geef je tomaten regelmatig epsomzout, dan worden ze zoeter, voller van smaak en rijker qua oogst.
Het maken van een epsom-mest is simpel: één liter water mengen met twee eetlepels epsomzout. Giet je mengsel bij de voet van de plant. Herhaal dit elke twee weken — en let op: niet té fanatiek, want alles met mate.
Overgebleven aardappelwater? Niet weggooien!
Het water waarin je aardappelen hebt gekookt, zit vol waardevolle stoffen waar tomaten dol op zijn. Tijdens het koken komen vitaminen en zetmeel los — beiden werken als voedsel voor je planten. Belangrijk: het water mag niet heet zijn en — als je hebt gezouten — dan niet bij je planten gieten! Zetmeelrijk water werkt als energievoorraad voor groei, vruchtvorming en fotosynthese, en maakt voeding uit de grond makkelijker opneembaar.
Heb je toch zout toegevoegd? Giet het water niet door het gootsteenputje, maar maak er bijvoorbeeld een natuurlijke onkruidbestrijder van op de stoep tussen de tegels.

Gebruik je aardappelwater gerust in de tuin — zonde om te verspillen.
Waarom kiezen voor natuurlijke meststoffen?
Natuurlijke mest heeft flink wat voordelen tegenover chemische varianten. Het is vriendelijker voor je grond, je planten én jezelf. Geen kunstmatige stoffen, geen schade aan het bodemleven. Plus: je maakt alles zelf, dus goedkoper én duurzaam.
Vergeet trouwens niet dat tomaten naast mest ook op andere basics rekenen: een slim gekozen plekje (veel zon, luwte), voldoende water (maar niet drijfnat) en, als het even kan, dat ouderwetse Hollandse zomerweer. Dan wordt je oogst zeker een succes.