
In de jaren zeventig kocht werkelijk iedereen het — het werd aangeprezen als een slimme investering en beloofde waanzinnige waardestijging. Maar nu, anno 2025, is het beroemde verzamelporselijn, dat ook in ontelbare Nederlandse huizen ligt, vrijwel waardeloos geworden.
Regelmatig laten media als het AD of Trouw die spannende veilingverhalen zien: koffiebekers, glaswerk of beelden die ineens duizenden euro’s opleveren. Kijk maar naar die Moomin-mokken bijvoorbeeld, verkocht voor een bizarre €20.000. Maar laten we eerlijk zijn — niet alles met een retrolabel wordt goud. Integendeel! Specifiek één type porselein, dat men massaal insloeg in de seventies, eighties én nineties, blijkt nu grotendeels nutteloos als investering.

Waar heb ik het over? Juist ja, de oude verzamelborden.
Een tijdje terug hingen ze in bijna elk Hollands huis aan de muur, of stonden ze keurig gestapeld in een kast. Dertig jaar sparen en dan… path. Inmiddels zijn ze compleet uit het zicht verdwenen. Je kon ze bestellen in de showbladen van Margriet of Libelle, zo kleurrijk dat je ogen ervan begonnen te duizelen. Ze kwamen van merken als Koninklijke Porceleyne Fles, Villeroy & Boch, of uit Denemarken (denk aan Royal Copenhagen) — vaak met typisch Nederlandse of Scandinavische schilderijen, van Anton Pieck tot Carl Larsson. De favorieten waren blauw-witte tinten, maar sommige borden verbeeldden sprookjes of het koningshuis. Ook verhalen als die van Dik Trom of Jip en Janneke kregen hun speciale editie.
Het allereerste verzamelbord kwam al uit in 1895, dankzij de Deense fabrikant Bing & Grøndahl. De lijn met Kerstborden werd zo’n hit, dat ook Goudse plateelbakkerijen en zelfs Royal Delft de trend volgden tot halverwege de jaren twintig — tot de crisis toesloeg. Nederlanders hadden toen simpelweg geen geld over voor extra borden. Maar eind jaren zestig kwam de traditie terug, sterker dan ooit. In de jaren 70 was het dé trend: elk gezin had er wel één of tien.
“Ze zijn écht niet te verkopen”
De advertenties beloofden exclusieve objecten die steeds meer waard zouden worden. In praktijk gebeurde er precies het omgekeerde: op Catawiki of Marktplaats gaan complete series Kerstborden of Sprookjesborden voor soms €1 tot €5 per stuk weg. Laatst nog, een set ontworpen door de beroemde ontwerper Dick Bruna — letterlijk voor de prijs van een kop koffie per bord.
“Ze zijn leuk om op te mikken als je met een luchtbuks schiet, maar absoluut onverkoopbaar”, schreef een Haagse veilingmeester vorige maand droogjes op Facebook — NRC besteedde er recent nog een artikel aan.

Op dit moment vind je ruim 600 advertenties voor ‘verzamelborden’ op Marktplaats, veelal voor een vriendenprijsje.
Bovendien — de reclameteksten spreken nog altijd over vakmanschap en traditie: “Als vakmanschap en erfgoed samenkomen, krijg je unieke Nederlandse verzamelborden. Ze zijn niet alleen fraai, maar vertellen een verhaal over ons cultureel erfgoed. Zelfs als u geen diehard-verzamelaar bent, maar gewoon houdt van keramiek of porselein, is er voor ieder wat wils.”
Mooi verwoord — maar daar zijn de prijzen niet naar.
En toch, het doet soms wel pijn: als je als erfgenaam het servies voorzichtig van de muur haalt — met in gedachten de woorden van je opa of tante dat “dit écht iets bijzonders is!” — en dan hoort van de antiekhandelaar: “Nee, sorry, zelfs gratis hoef ik ze niet.”
Het blijft een harde les: Er is één gouden regel voor wie wil investeren — alles wat massaal is geproduceerd om te verzamelen, stijgt zelden tot nooit in waarde.