Afwassen — laten we eerlijk zijn — niemand staat er om te springen. Toch is een schone keuken anno 2025 zoveel meer dan hygiëne: het bespaart tijd, voorkomt verspilling en maakt samenwonen simpelweg een stuk leuker. In Nederland kennen veel mensen inmiddels schoonmaaktopper Néstor, aka @soyamodecasa, die met zijn 1,5 miljoen volgers echt alles deelt over huishoudelijke routines.
In een van zijn meest gelezen posts deelt hij zijn tien afwasgeboden. Inmiddels hangen die lijstjes op heel wat Utrechts en Amsterdams keukenkastje — want wie heeft nooit een afwassituatie gehad die totaal uit de hand is gelopen? Hieronder vind je de versie voor de Nederlandse keuken, met frisse voorbeelden en eigen tips waar je écht wat aan hebt.
1. Ga nooit slapen met een volle vaat.
Dit is niet alleen Néstors mantra, maar — volgens velen — een redmiddel voor je ochtendhumeur. Iedereen die ooit de dag startte naast een kopje met aangekoekte melk, herkent het gevoel. Alles even aanpakken voor het slapen: het kost maar vijf minuten, scheelt uren ergernis en voorkomt verrassingen (denk: fruitvliegjes).
2. Afwassen tijdens het koken? Pure winst.
Gebruik de tijd dat je pasta gaart om alvast messen, snijplanken en schaaltjes weg te werken. heb je straks alleen de pan en borden nog over — en misschien zelfs de energie om een extra bakje Haagse Hopjes te pakken.

3. Laat het sprookje van ‘even weken’ los.
Niets misleidender dan een pan laten weken ‘voor straks’. In negen van de tien gevallen stel je het alleen uit. Vaak droogt het vuil juist aan en krijgt de vaatwasser er nog moeite mee ook. Wees eerlijk — meteen schoonmaken wint altijd.
4. Geen restjes verstoppen in de koelkast als smoes.
Zet je een grote kom met drie aardappelschijfjes in de koelkast alleen om het afwassen uit te stellen? Komt vaker voor dan je denkt. In werkelijkheid zet je gewoon een ‘to do’ op je eigen lijst voor morgen. Gewoon even afwassen — dat is pas efficiënt huishouden.

5. Wie kookt, hoeft niet te wassen (behalve als je alleen bent).
In de meeste Nederlandse huishoudens is het simpel: de één kookt, de ander wast. Zo blijft het gezellig en eerlijk. Alleen wonend in Arnhem of Rotterdam? Helaas, dan is alles voor jou.
6. Was meteen wat je pakt.
Stapels glazen en borden in de gootsteen zijn verleden tijd als je spullen direct schoonmaakt na gebruik. Néstor noemt het de ‘anti-vermenigvuldigingsregel’: niet laten opstapelen! In de praktijk werkt het verrassend eenvoudig.
7. Werk van schoon naar vies.
Begin altijd met glazen en bestek, daarna pas de vettige pannen en aangekoekte borden. Zo blijft je sop helder en bespaar je op schuurkrachts — de truc die zelfs in Delft bij studentenwoningen werkt.
8. Kraan dicht tijdens het inzepen!
In deze tijden, waarin elke druppel water telt, is dit een must. Draai alleen open om na te spoelen. Durf wat zeepresten op de vingers te krijgen — dat hoort erbij in een echt Amsterdams huishouden.

9. Afspoelen doe je met heet water.
Warm water verwijdert vet en bacteriën veel sneller — dat weten oma’s op Texel én jonge gezinnen in Eindhoven. Ja, het kost iets meer energie, maar je krijgt er een blinkende vaat voor terug.
10. Schoonmaakspullen moeten zelf óók fris blijven.
Een natte spons vol etensresten: ideale broedplaats voor bacteriën. Spoel ‘m altijd goed uit, wring ‘m droog en zet hem dan even rechtop. Voor wie helemaal ‘2025’ wil gaan: vervang je spons iedere week (of gebruik een bekende Nederlandse milieuvriendelijke borstel — kleine moeite, groot verschil!).
Tot slot: deze tien geboden zijn niet alleen goed voor je humeur, maar ook voor de portemonnee. Minder water- en energieverbruik, minder schoonmaakmiddelen en langer plezier van je servies. En — als kers op de taart — minder gezeur aan tafel.