Industriële bedrijven hebben de afgelopen jaren enorme bedragen gestoken in de ontwikkeling en productie van warmtepompen. toch blijft de vraag vanuit de consument opvallend laag. Zullen magazijnen vol ongewenste warmtepompen uitgroeien tot nachtmerrie voor de fabrikanten?

Stel je voor: hallen tussen Groningen en Eindhoven vol met splinternieuwe warmtepompen waar niemand om vraagt — is dit het resultaat van de grote ‘duurzame transitie’?
De investeringen zijn niet mis. Door de energiecrisis en de aanhoudende druk om van fossiele brandstoffen af te stappen, hebben Europese bedrijven miljarden euro’s in deze technologie gestoken. Het idee: warmtepompen zijn dé sleutel tot duurzame verwarming. Toch lijkt de Nederlander (en heel eerlijk — de doorsnee Europeaan ook) er nog niet helemaal klaar voor om massaal over te stappen. Hoe komt dat?
Voorbeelden van enorme investeringen en torenhoge ambities
Nemen we een blik op Duitsland — daar investeerde Stiebel Eltron bijna twee jaar geleden maar liefst 600 miljoen euro om de fabriek uit te breiden met als doel 80.000 warmtepompen per jaar van de band te laten rollen, een groei van 60% ten opzichte van 2021. Viessmann Group is niet minder ambitieus: zij reserveerden 1 miljard voor R&D en productie de komende drie jaar. In Nederland zien we iets soortgelijks bij Remeha en Nefit Bosch — ze zetten zwaar in op warmtepompen, van Amersfoort tot Deventer.
Hoe groot is de markt momenteel?
Volgens het Internationale Energieagentschap (IEA) is de warmtepomp wereldwijd aan een flinke opmars bezig. In 2021 voorzagen deze systemen 10% van de wereldwijde verwarmingsbehoefte, en dat aandeel groeide dit afgelopen jaar zichtbaar — zelfs in Nederland is het aantal verkochte warmtepompen in één jaar tijd tot bijna 56.000 gestegen. Prognoses zeggen dat tegen 2040 een flink deel van onze oude gasketels het veld zal moeten ruimen voor elektrische alternatieven. Wist u trouwens dat in Noorwegen, Zweden en Finland warmtepompen al de standaard zijn, ook bij temperaturen waar menig Nederlander van gaat bibberen?
Wat houdt ons dan tegen?
- Prijs — Een warmtepomp blijft een forse investering voor veel huishoudens. Zeker als je huis nog niet goed is geïsoleerd.
- Onzekerheid over subsidies — Nederland doet veel met de ISDE-subsidie, maar het beleid lijkt elk jaar net wat anders. Niet iedereen durft er op te rekenen.
- Gebrek aan kennis en ervaring — Voor velen blijft de techniek abstract. Is een hybride pomp iets voor mij? Werkt het ook als het -10°C is in Friesland?
- Bouwkundige uitdagingen — Flat in Almere? VvE in Delft? Niet overal is eenvoudig plek voor een buitenunit.
Wat kan helpen: slimmer beleid, meer kennis en innovatie
Meer kennisdeling en duidelijkheid zijn volgens experts essentieel — en ik sluit me daarbij aan. Want wie snapt waarom je huis (na een paar aanpassingen) met een warmtepomp comfortabel warm wordt, stapt sneller over. Nieuwe generaties warmtepompen presteren bovendien beter dan ooit, zelfs als het in de winter eens écht koud wordt. En eerlijk is eerlijk, met de huidige gasprijzen wordt het toch al lastiger om niet even te rekenen.
De overheid én de markt moeten samenwerken. Meer zekerheid over subsidies, strengere isolatie-eisen en betere begeleiding voor de particulier. Bedenk: openbare gebouwen in Amsterdam krijgen nu subsidie voor volledig elektrische warmtepompen, maar veel particulieren vissen nog achter het net. Daar liggen kansen.
Wat als de consument niet volgt?
Als u en ik de overstap nog jaren uitstellen, dreigen bedrijven als Remeha, Bosch en zelfs grote spelers in Duitsland met flinke overschotten te zitten. De miljarden die nu zijn geïnvesteerd, kunnen dan zomaar pijnlijke verliezen worden. Investeer je als producent in technologische innovatie en scholing, of wacht je af tot de markt écht loskomt?
Feit blijft: warmtepompen zijn een essentieel puzzelstuk in de energietransitie. Maar zonder draagvlak bij u, de consument, blijven ze voorlopig stof verzamelen in het magazijn.