De gebeurtenis en de kosten
Op 4 december 1977 werd Jean-Bédel Bokassa, de dictator van de Centraal-Afrikaanse Republiek, gekroond tot keizer tijdens een ceremonie die een derde van het jaarlijkse budget van het land verbruikte. De weelderige inaugurationele gebeurtenis was bijna een exacte kopie van de ceremonie die Napoleon Bonaparte in 1804 had uitgevoerd. De uitgaven werden geschat op ongeveer 163 miljoen dollar in huidige geldwaarde, terwijl het land één van de armste ter wereld is.
De ceremonie en de extravagante uitgaven
Bokassa liet een bronzen troon van vier meter hoog maken, die naar schatting 20 miljoen dollar kostte. De tienduizenden kronen, sceptres en zwaarden die tijdens de ceremonie werden gebruikt, kwamen samen op zo’n 40 miljoen dollar. Daarnaast bestelde hij 24.000 flessen Moët & Chandon champagne. Voor de ontvangst van buitenlandse hoogwaardigheidsbekleders kocht hij 60 gloednieuwe Mercedes-Benz auto’s.
De politieke achtergrond
Bokassa kwam twaalf jaar eerder aan de macht door middel van een militaire coup waarbij het nationale assembly werd ontbonden. Tijdens zijn bewind legde hij strenge voorschriften op: iedereen tussen de 18 en 55 jaar die geen werk had, kon worden beboet of gevangen gezet. Bedelen werd verboden en mensen mochten alleen ’s avonds en in het weekend op djembé’s spelen. Hij stelde voor de democratie te herstellen zodra de communistische dreiging verdwenen was en de economie gestabiliseerd zou zijn.
De omschakeling naar monarchie en mondiale reactie
Later kondigde Bokassa aan dat de Centraal-Afrikaanse Republiek een monarchie zou worden en dat zijn titel erfelijk zou zijn. De naam van het land werd gewijzigd in het Centraal-Afrikaanse Rijk. Hij geloofde dat de luxueuze ceremonie buitenlandse leiders aantrok en de nationale prestige zou verhogen. In plaats daarvan werd hij wereldwijd belachelijk gemaakt; geen enkele wereldleider verscheen bij de gebeurtenis. Zelfs andere bekende Afrikaanse dictatoren zoals Idi Amin, Mobutu Sese Seko en Muammar Gaddafi waren afwezig. Tijdens het diner na de ceremonie fluisterde Bokassa tegen een hoge Franse politicus: “Je hebt het niet gemerkt, maar je hebt menseneten gegeten.”
De controverse en de gevolgen van zijn bewind
Bokassa stond erom bekend dat hij regelmatig kannibalisme praktiseerde; hij had een walk-in vriezer in het paleis waar menselijke lijken werden opgeslagen. Zijn populariteit in het land daalde door de buitensporige kosten van de kroningsceremonie. Na ruim een jaar braken massale protesten uit toen hij alle schoolkinderen verplichtte schooluniformen te dragen die door het bedrijf van een van zijn echtgenoten werden gemaakt. Ongeveer 100 protesterende leerlingen werden gearresteerd, naar de gevangenis gebracht en geterroriseerd, mogelijk door Bokassa zelf.
Afloop en juridische gevolgen
Later in 1979 werd hij door een andere staatsgreep, ondersteund door het Franse leger, afgezet. In 1987 werd hij voor de rechtbank gebracht en ter dood veroordeeld wegens moord. In zijn verdediging zei Bokassa: “Ik ben geen heilige. Ik ben een man zoals iedereen anders.”
Enkele jaren later werd de doodstraf verminderd tot levenslange gevangenisstraf. Uiteindelijk werd hij na slechts vijf jaar vrijgelaten en stierf in 1996.