Laten we eerlijk zijn: installatiewerk staat niet bepaald in de top-10 van droombanen in ons land. Toch biedt dit vak verrassende kansen. De meeste mensen lopen er met een boog omheen, maar wie de stap wél zet, kan makkelijk €10.000 of zelfs €15.000 per maand verdienen — en dat is lang niet overdreven.

In Amsterdam wachten bewoners soms maanden op een vakman. Zonder deze specialisten dreigt letterlijk een stadsbrede chaos. Veel Nederlanders hebben een oud clichébeeld van het werk: ze zuchten dat het zwaar is, vies en “iets voor wie niets beters kan vinden”. Dat beeld verdient dringend een update. Want dankzij het gigantische tekort aan professionals stijgen de tarieven, en wie zijn vak verstaat verdient simpelweg uitstekend — helemaal als je het slim aanpakt.
Schaarste op de markt — en de vraag blijft maar groeien
In Nederland kampen we (vanaf 2025 lijkt daar niets aan te veranderen) met een serieus tekort aan goede vaklui. Denk aan loodgieters — dé specialisten bij verstoppingen, lekkages en verbouwingen. Volgens recente cijfers zijn er in steden als Utrecht en Rotterdam twee tot drie keer meer aanvragen voor installatiewerk dan beschikbare vakmensen.
Een betrouwbare loodgieter is nu net zo schaars als een koopwoning in het centrum. Bent u aangewezen op spoedhulp plús kwaliteit, dan betaalt u daar ook gerust voor. Precies daarom is omscholen of starten als zelfstandig installateur nog nooit zo aantrekkelijk geweest. Klanten zullen u zelden laten wachten: wie een beetje handig is en betrouwbaar overkomt, zit zo volgeboekt — dat kan ik uit eigen omgeving beamen.

De vraag is verveelvoudigd — het aanbod blijft achter. Zelfs op kleinere plaatsen in de Achterhoek zie je het: loodgieters doen geen acquisitie meer, ze worden benaderd.
Wat verdient een loodgieter anno 2025?
Inkomen verschilt natuurlijk per regio, ervaring en werkwijze. Maar een beginnend installateur in loondienst tikt tegenwoordig al snel de €3200 tot €3600 per maand aan (volgens CBS-statistieken van eind 2024). In de Randstad lopen die bedragen nog fors op. Zelfs grote bedrijven als Feenstra en Kemkens lokken personeel nu met bonussen en extra’s, zoals elektrische busjes of flexibele werktijden.
Zelf een eenmanszaak starten is nóg lucratiever. Uurtarieven van €60 tot ruim €100 zijn nu de standaard, met uitschieters als het even tegenzit — denk aan spoedgevallen, weekends, avonden of feestdagen. Met zes goede dagen per week is €10.000 tot €13.000 per maand totaal niet ongewoon. En ja, daar gaan nog belastingen en verzekeringen af, maar zelfs dan verdient u aanzienlijk meer dan het landelijk gemiddelde.
Kortom: vakmensen zijn zeldzaam, dus u hoeft nooit zonder werk te zitten. Via-via wordt u alweer doorverwezen naar het volgende adres — ik zag het bij mijn buurman in Den Haag, die zijn dag soms moet opdelen in blokken van 2 uur per klant. En eenmaal een goede reputatie in de wijk, vinden de klanten ú. Eerlijk: een fysiek zwaar vak is het, dat klopt. Maar op financieel vlak zijn loodgieters nu de nieuwe elite.

Slimme loodgieters verdienen nu soms meer dan directeuren in het MKB — gek, maar waar.
Waarom zijn er zo weinig vakmensen?
Ooit was een leer-werktraject als loodgieter echt populair, vooral bij jongeren. Maar in de afgelopen decennia is dat beeld veranderd. De druk om hoger onderwijs te volgen is groot — ROC’s en vakscholen kampen met leegloop. De opleidingen werden gezien als “niet-ambitieus”, en de lonen waren lang niet aantrekkelijk genoeg om jongeren te verleiden.
Maar: het tij keert. Het geld, de zekerheid én het vooruitzicht op eigen baas zijn, maken vakberoepen nu rete-interessant. We zien dat jongeren (zelfs in Amsterdam Noord en Rotterdam Zuid) weer kiezen voor het vak. Wie klaar is met eindeloos naar een scherm staren in een kantoortuin, vindt in het vakmanschap een frisse start. Het tekort aan vakmensen maakt het niet alleen een veilige keus, maar ook een winstgevende — serieuzer zelfs dan menig managementfunctie bij een grootbank.