Waarom geeft een ventilator verkoeling terwijl hij warme lucht verplaatst?

Spread the love

Hoe werkt het eigenlijk, dat een ventilator ons frist terwijl hij geen koude lucht blaast?

Iedereen is weleens gered door een simpele ventilator — of, als je geluk had, een flinke staande. Veel Nederlandse studenten trekken naar warmere steden; Utrecht, Nijmegen, Rotterdam — maar studentenkamers zijn zelden voorzien van airco. Zweten in een benauwde kamer, proberen te slapen onder een dekentje van zinderende hitte — voor veel Nederlanders is dat inmiddels onderdeel van het studentenleven. Airco’s en mobiele koelingssystemen zijn vaak te duur, maar gelukkig is er altijd een goedkoper alternatief: de good old ventilator. Het idee is simpel: draaiende bladen stuwen lucht vooruit — mechanische waaiers, eigenlijk. Toch voelt het fris op je huid, zelfs als die lucht eigenlijk helemaal niet koud is. Hoe kan dat?

Het antwoord schuilt in dezelfde natuurkunde waarom wind verkoelend werkt, waarom we pusten op hete soep, en — geloof het of niet — waarom je in de ruimte niet direct doodvriest ondanks temperaturen tegen het absolute nulpunt. Om dit allemaal te begrijpen, moeten we bij het begin starten: wat is warmte eigenlijk?

Misschien heb je ooit gehoord dat ‘kou niet bestaat’ — dat het in werkelijkheid de afwezigheid van warmte is. Als je ‘s winters een raam openzet, ontsnapt de warmte — de kou komt niet ‘binnen’. Het is een filosofische discussie, maar laten we het praktisch uitleggen. Wat ís warmte nou eigenlijk? Alles om ons heen bestaat uit atomen en moleculen. We weten dat ijskoud watermoleculen trager bewegen dan wanneer het vloeibaar is, en bij stoom schieten ze als losgeslagen knikkers door de lucht. Kortom: hoe meer beweging, hoe meer warmte. Als je warmte toevoegt, geef je energie: de moleculen bewegen sneller. Dat voelt warm.

Je kunt je deze moleculen voorstellen als piepkleine trillende balletjes (al zijn atomen niet echt bolletjes). Warmte kan echter op verschillende manieren overgedragen worden: conductie (geleiding), convectie (stroming), en radiatie (straling). Bij geleiding raken twee vaste stoffen elkaar; de een trilt sneller, en ‘duwt’ energie naar de ander. Convectie gaat via luchtstromen of vloeistoffen: warme lucht stijgt op, koelt af, en zakt weer — in beweging komt energie terecht bij andere stoffen. Radiatie kan zelfs door het vacuum: zonnestralen bereiken ons als energierijke fotonen, die onze huid letterlijk sneller laten bewegen — en dus opwarmen.

Als de kamertemperatuur onder de 36 graden blijft, zijn wij zelf de ‘warmste’ in de ruimte — we geven dus warmte af aan de lucht om ons heen. Is het verschil nog maar klein, dan gaat dat heel traag en worden we steeds warmer. De truc is dus: zorg dat de lucht bij je huid steeds opnieuw wordt ‘ververst’. Als je de luchtlaag rond je lichaam van 30 naar 34 graden hebt opgestookt, wordt het steeds moeilijker om nog meer warmte kwijt te raken. Maar — als je een ventilator gebruikt, blaas je die warme lucht weg, en schuift er weer relatief koelere (bijv. 30°C) lucht langs je huid. Dan verlies je sneller warmte en voelt het fris. Vandaar dat het op winderige dagen koeler aanvoelt, en waarom we blazen op onze theemok. In het vacuum van de ruimte zitten amper moleculen, dus kun je je warmte daar ook amper kwijt — dat verklaart veel ruimtepakken–perikelen trouwens.

Maar… een ventilator doet nóg iets belangrijks. Als je hitte voelt, ga je zweten; bij verdamping van zweet verlies je veel warmte — denk aan een ouderwetse waterkruik in de vensterbank. Alleen — bij hoge luchtvochtigheid kan lucht nauwelijks meer water opnemen, waardoor je zweet niet goed verdampt en jij niet meer afkoelt. Daarom voelt vochtige hitte zo benauwend. De ventilator blaast vochtige, verzadigde lucht weg van je huid en brengt drogere lucht langs, die weer zweet kan opnemen. Een waaier doet in feite hetzelfde, alleen dan minder efficiënt — maar ja, daar krijg je wel wat armspieren van.

Eén tip voor thuis:

  • Een ventilator is vaak een verstandige keuze, zelfs als je eigenlijk budget hebt voor een airco. Het ligt eraan hoe ‘groen’ je wilt leven: airco’s vreten stroom (een staand model zo’n 90 kWh per jaar, een plafondventilator 60 kWh, airco’s beginnen vaak bij 1900 kWh per jaar). En ja, airco’s drogen de lucht enorm uit: handig voor het zweten, minder prettig voor je neus, ogen of keel. Ventilatoren zijn niet zaligmakend — bij temperaturen boven de 30 graden doen ze nauwelijks meer wat, want dan komt de kamerlucht zó dicht bij je huidtemperatuur dat ze amper nog energie afvoeren. Dan kan het geluid van een flinke ventilator trouwens bijzonder irritant worden…

BRONNEN (MLA):

  • Moran, Michael J., Howard N. Shapiro, Daisie D. Boettner & Margaret B. Bailey. Fundamentals of Engineering Thermodynamics. 8ste editie, Wiley, 2014.